Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AE6264

Datum uitspraak2002-03-27
Datum gepubliceerd2002-08-07
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 02/00025
Statusgepubliceerd


Uitspraak

WAHV 02/00025 27 maart 2002 CJIB 33414156 Gerechtshof te Leeuwarden Beschikking op het hoger beroep tegen de beschikking van de kantonrechter te Middelburg van 14 november 2001 betreffende [betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene), wonende te [woonplaats] 1. De beslissing van de kantonrechter De kantonrechter heeft de betrokkene in het verzet tegen de tenuitvoerlegging van een door de officier van justitie in het arrondissement Leeuwarden op 15 november 2000 uitgevaardigd dwangbevel niet-ontvankelijk verklaard. De beschikking van de kantonrechter is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. 2. Het procesverloop De betrokkene heeft tegen de beschikking van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. Bij brief van 14 januari 2002 heeft de griffier van het hof aan de betrokkene medegedeeld dat hij heeft verzuimd om de gronden van het beroep aan te voeren en een exploot van betekening van het dwangbevel over te leggen. De betrokkene is hierbij verzocht om binnen vier weken na dagtekening van de brief het verzuim te herstellen. Tevens is de betrokkene medegedeeld dat indien het verzuim niet wordt hersteld, het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Hierop heeft de betrokkene niet gereageerd. De advocaat-generaal is hiervan op de hoogte gesteld en is tevens medegedeeld dat het hof op de voorliggende stukken een beslissing zal nemen. 3. Beoordeling Het in beginsel schriftelijke karakter van de onderhavige procedure dwingt ertoe dat de betrokkene die hoger beroep instelt tegen een beslissing van de kantonrechter daarbij de gronden van zijn beroep opgeeft. Het beroepschrift bevat niet de gronden van het beroep. De griffier van het hof heeft de betrokkene hierop gewezen en deze in de gelegenheid gesteld dit verzuim te herstellen, onder mededeling van de gevolgen van het niet tijdig herstellen van bedoeld verzuim. De betrokkene heeft verzuimd alsnog de gronden van zijn beroep op te geven. Het hof vindt hierin aanleiding om de betrokken niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. 4. De beslissing Het gerechtshof: verklaart de betrokkene niet-ontvankelijk in het hoger beroep. Deze beschikking is gegeven door mrs. Vellinga, Huisman en Van Dijk, in tegenwoordigheid van mr. Vlietstra als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.